VOGUE MAN Netherlands
Rinke Tjemkema, 2017
"als een stuk af is, voelt het alsof ik een kind heb gebaard."
Piet Houtenbos is meubel - en productontwerper. Zijn exclusieve houten meubels sieren onder meer de huizen van Arnon Grunberg en Lucy Liu. Een gesprek over het ontwerpproces, zijn Nederlandse roots en Ansel Elgort.
Piet Houtenbos (38) maakt one of a kind meubels van hout. Hij studeerde af aan de Rhode Island School of Design en richtte in 2004 zijn eigen bedrijf Singular Products op. Hij is ook de zoon van haarstylist Christiaan Houtenbos (zie pag. 92), de man achter het haar van onder anderen Grace Jones. Zijn moeder Marianne is al jaren de agent van Vogue-fotograaf Arthur Elgort. Dus als klein jongetje was het niet ongewoon om mee naar Studio 54 te gaan, waar Andy Warhol zijn veters strikte. En thuis kwa- men artiesten als Debbie Harry en Step- hen Sprouse de gehaktballen van zijn vader met regelmaat proeven. Maar Piet klinkt Nederlands nuchter. In het Engels wordt
zijn achternaam zoiets als Hoetnbos. ‘Dat klinkt een beetje als who da boss. Ik versta nog wel goed Nederlands, maar spreken moet ik echt oefenen. Meestal ben ik één keer per jaar in Nederland, voor mijn oma’s verjaardag – ze wordt dit jaar honderd – maar Nederlanders schakelen meteen over op Engels bij het horen van mijn accent.’
RINKE TJEPKEMA: Ik zag op Instagram dat je onlangs je eerste videoclip hebt gemaakt.
PIET HOUTENBOS: ‘Ja, voor Ansel Elgort, met wie ik opge- groeid ben, voor zijn nieuwe nummer. Het was een lowbudgetproductie; zijn broer regisseerde en ze vroegen mij om ervoor te zorgen dat alles er op beeld zo goed moge- lijk uit zou zien. We hebben twee nachten tot vijf uur doorgewerkt en iets te enthousi- ast de rookmachine gebruikt waardoor de brandweer met groot materieel uitrukte. Die was niet zo blij met ons.’
RT: Waar heb je de afgelopen tijd aan gewerkt?
PH: ‘O God, hoe kan ik dit uitleggen zonder een enorm verhaal te vertellen? Een tijdje terug maakte ik een kast, een Credenza. Met een omlijste uitsparing die als hand- greep fungeert. Voor deuren werkt dat fan- tastisch, voor lades niet. Nu ben ik bezig met een kof etafel met lades waarvoor ik dat systeem ook wil. Ik heb de oplossing bijna, maar niet helemaal. Ik heb tientallen pagina’s geschetst, er uren aan gewerkt en ik weet dat ik eruit ga komen. Vaak gebeurt dat min of meer toevallig door een potlood dat uitschiet, of vlak voor ik in slaap val. Dan denk ik na over werk en krijg ik soms opeens een idee.’
RT: Geniet je van het ontwerpproces dat je nu beschrijft?
PH: ‘Haha, in deze fase? It’s like being in the wilderness. Het hele proces kan zó frus- trerend zijn, maar aan de andere kant – ik heb nu nog niet de oplossing, maar wel vijf andere ideeën. De beste ideeën komen vaak ineens.
Bijvoorbeeld mijn Diamond Mirror. Ik was zomaar in het Metropolitan Mu- seum. Je ziet daar zo veel ongeloo ijk rijk versierde spiegellijsten dat ik op weg naar huis nadacht over spiegels. Het waren ooit symbolen van macht en weelde en nu zijn ze goedkoop, puur functioneel. Hoe kun je dat oude idee op een moderne manier weer in ere herstellen? Thuis ben ik een halfuur- tje gaan schetsen en toen had ik het. Het probleem was alleen dat ik nog iemand moest vinden om hem te maken, want de geslepen randen moeten superprecies wor- den bewerkt. Na anderhalf jaar had ik het eerste prototype.’
RT: Je vader Christiaan noemde jullie tegenpo- len. Jij bent een pietje-precies, hij bewerkt hout op een heel grove manier.
PH: ‘Dat is een rationele én een persoonlijk- heidskwestie. Hij doet het als hobby, om zijn geest te kalmeren. Maar als je spullen verkoopt mogen ze niet uit elkaar vallen en heb je een ander uitgangspunt. En dan is er nog onze aard: hij is een kunstenaar, ik ben een ontwerper. Ik benijd hem soms, hoor. Ik ben mijn hele leven al op zijn shoots en het kost hem hooguit twintig minuten om haar te knippen. Ontwerpen kost weken en weken, het is een soms eindeloos proces.’
RT: Een nieuw kapsel is een paar weken mooi, jouw meubels gaan een mensenleven mee.
PH: ‘Ja, dat is ook de essentie. Als het goed is, houden mijn meubels wel zo’n vijftig of honderd jaar stand. Elke keer als een stuk af is, voelt het alsof ik een kind heb gebaard. Je doet er alles aan om het zo goed mogelijk te doen en je houdt er heel veel van. Maar dan moet je het loslaten en het zijn leven laten lei- den. En ze lukken niet allemaal even goed: je hebt slimme, knappe kinderen en je hebt lelijke, domme ...’
RT: Is je werk beïnvloed door je Nederlandse achtergrond?
PH: ‘Meer door wat ik om me heen zie, waar ik ook ben. Dat betekent veel New York en Amsterdam, want daar ben ik intussen meer dan twintig keer geweest. Het is de blik van een individu op het leven, mijn ge- dachten en mijn observaties.
Ik heb wel een tijd bij Modernlink ge- werkt, een winkel met veel Deens en Ne- derlands design uit de jaren vijftig. Dat heeft me gevormd. Dus de basis is Scandinavisch design uit die tijd en de andere helft is meer de persoon, mijn ideeën.’
RT: Kunnen we je meubels en spiegels ook in Nederland bestellen?
PH: ‘Ik maak eigenlijk alleen maar unieke stuk- ken in opdracht, ongeveer tien per jaar. De voordelen van op maat gemaakte meubels zijn zo groot. Het is duur, maar voor veel klanten maak ik bijvoorbeeld het bureau in de kinderkamer. Die hebben zo veel geld, dat ze voor hun huis voor nóg veel duurder design kiezen.’ —